Surhuizumermieden, 17 maart 2005
Eerst wilde ik het niet geloven, maar het schijnt echt waar te zijn. Ik heb fans… Af en toe hoor ik dat er mensen zijn die bij het ontvangen van het gemeenteblad meteen naar deze rubriek bladeren en ik heb zelfs al eens gehoord: “ik bin in fan fan dy”. Heel fijn om te weten en natuurlijk schaadt het mijn ego allerminst, maar mezelf op de borst slaan van wat-doe-ik-het-toch-geweldig is niet geheel op zijn plaats.
Daar ben ik in de eerste plaats te bescheiden voor en er is iets dat ik moet bekennen: de verhaaltjes schrijf ik niet zelf… De pen houd ik dan nog wel vast, maar het wordt me als het ware ingegeven. Bij ieder compliment dat ik krijg kan ik dan ook maar een ding doen en dat is naar boven wijzen; de inspiratie komt van Hem.
“As eltsenien sa docht asto skriuwst, dan seach de wrâld der hiel oars út”, zo hoorde ik zelfs al eens iemand zeggen die ik voor het gemak ook maar tot mijn fans reken. Deze uitspraak zette mij echter wel aan het denken, want hoewel het natuurlijk heel positief is bedoeld, ben ik zelf bepaald ook geen heilig boontje en wie ben ik om een ander de wet voor te schrijven…
Toch doe ik mijn uiterste best om zo goed mogelijk als christen te leven en dat begint natuurlijk bij jezelf en de omgang met je medemens. Om ‘mijn fans’ niet met een kluitje het riet in te sturen, wil ik de eer die ik krijg wel graag tastbaar maken en doorgeven. Wat hoort er namelijk bij iemand die fans heeft? Juist, een fanclub.
Heeft u ook de intentie om het leven op aarde zo goed mogelijk en volgens de regels van de Bijbel te leven? Word dan lid van mijn fanclub met de naam ‘ik kan het niet alleen’. Want net zoals ik mijn verhaaltjes niet zonder hulp kan schrijven, kan niemand in z’n uppie tot goede dingen komen. Een bazaar zonder mensen is immers gedoemd te mislukken en ook een compostactie… ach u weet het zelf wel in te vullen…
Niet iedereen kan echter lid worden van de club. ‘Geen tijd’ en ‘geen zin’ als het gaat om kerkelijk activiteiten mogen slechts bij hoge uitzondering en met geldige reden worden gebruikt. De contributie bedraagt slechts vijftig euro per jaar en hier gaan we geen leuke dingen mee doen, dit geld komt geheel ten goede aan de kerk.
Als iedereen nu lid wordt, dan hoeven de diverse commissies niet meer langs de deuren te leuren misschien helpen we de penningmeester er zelfs mee uit de problemen. We kunnen dan nadenken over een heuse fanclubdag, een volleybalavond of een dag waarop we samen gaan wadlopen. Gezellig, goed voor de saamhorigheid en natuurlijk brengen we samen geld bijeen om de kerk in stand te houden. We doen het samen, we kunnen het immers niet alleen… Laten we er met z’n allen een betere wereld van maken en dat alles tot eer van onze Vader.