Vanuit richting Surhuizum komt in de auto een vrouwelijk gemeentelid aanrijden en met het raampje open begroet ze ons uiterst enthousiast zwaaiend. Precies op het moment dat ze de afslag maakt naar het kerkterrein is er een tegenligger die ze in haar enthousiasme niet heeft opgemerkt voor haar moet uitwijken; hij geeft een slinger aan het stuur en dondert over de stoeprand door het gras om rakelings langs een boompje weer op de rijbaan te belanden.
Ineens is het stil en zijn enthousiasme, mooi weer en welk positief ingrediënt dan ook niet meer belangrijk en telt maar één ding: hoe loopt dit af? Gelukkig is er geen schade, zo constateert de hevig gefrustreerd uit de auto stappende mijnheer die zijn auto al foeterend inspecteert op schade. Een moment later lijkt er niets meer aan de hand en gaat het leven weer vrolijk verder.
Met een behoorlijk verhoogd adrenalinegehalte lukt het onze zuster om haar auto zonder schade te parkeren en behoorlijk trillend stapt ze uit. “Daar had ik wel even een engeltje op mijn schouder”, concludeert ze terwijl haar ogen even hemelwaarts gaan. Inderdaad, bevestigen wij en zeggen dat ze vanavond maar even een moment ‘op ‘e knibbeltsjes‘ moet.