Ondanks de vakantie is de rust in huize Den Hertog nog niet helemaal aanwezig. In de week na zijn afscheidsdienst in Boskoop streek dominee Niels den Hertog samen met zijn gezin neer in de Feanster pastorie. Meteen daarna vertrokken ze naar hun vakantieadres in Zwitserland. Weer thuis begonnen ze met het uitpakken van de verhuisdozen. De nieuwe predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Surhuisterveen vertelt over de ingrijpende gebeurtenis in het gezin, de spanning rond een beroeping en de verdeeldheid binnen de kerken…
Daar sta je dan als jongeman van 25 jaar. Afgestudeerd als predikant voor een gemeente van zo’n 270 zielen. Boskoop was de eerste gemeente voor Niels den Hertog en in dat eerste jaar kon hij allerminst de kat uit de boom kijken. “Integendeel”, blikt hij terug. “Ik kreeg maar liefst tien begrafenissen te leiden waaronder één van een jongetje van zes jaar. Dat gaat je niet in de kouwe kleren zitten.”
De nieuwbakken dominee heef vooral in dat jaar wel gemerkt dat hij maar weinig levenservaring had. Meteen werd hij geconfronteerd met z’n verantwoordelijkheden als herder van een gemeente. Het was een echte sprong in het diepe, zo noemt hij het eerste jaar in Boskoop. De zesjarige studie die hij moest volgen om predikant te worden volgde hij in Leiden en Apeldoorn, respectievelijk één en vijf jaar.
Cornelis Christiaan den Hertog (33) werd geboren in de predikanten gezin. Naast zijn vader zijn en waren ook groot- en overgrootvaders dominee. Het predikantschap lijkt hem dan ook met de paplepel ingegoten en het is dan ook bijna logisch dat hij later dominee wordt. “Al op achtjarige leeftijd wist hij dat ’ie dominee wilde worden. Toch is het niet geheel vanzelfsprekend dat hij het beroep van zijn voorvaderen koos.
“Je ziet ook de minder mooie dingen die op een dominee afkomen”, zo leerde hij in de loop der jaren. Verdriet, onenigheden en veel drukte kenmerken slechts enkele schaduw- kanten van het vak. Rond zijn zestiende levensjaar heeft hij daar dan ook weinig zin in, wijzigt zijn levensdoel en probeert het te vinden in de richting van leraar of in de filosofie.
“Er zijn echter ook zoveel heel mooie dingen die een dominee meemaakt”, legt hij de keuze om toch terug te keren bij zijn aanvankelijke doel uit. “Op de meest intieme levensmomenten mag je heel dichtbij de mensen staan, dat is heel bijzonder.” Zijn vader is apetrots dat inmiddels alle drie z’n zoons predikant zijn geworden.
De gemeente van Surhuisterveen bracht het vierde beroep uit op ds. Den Hertog. Niet lang daarna volgde het beroep van Rotterdam-Zuid. De ontmoeting met onze gemeente en kerkenraad op zaterdag 31 maart heeft het gezin Den Hertog duidelijk gemaakt dat dit de weg was die God hen wees. “Hier konden we niet onderuit.”
Het maken van de uiteindelijke keus om deze weg te volgen en te komen tot een verhuizing is een behoorlijk heftig proces gebleken. “Je hebt in acht jaar tijd ontzettend veel opgebouwd, we hadden onze draai daar eigenlijk net zo’n beetje gevonden”, mijmert hij. “Dan is het ontzettend moeilijk om daar afscheid van te nemen, en niet alleen voor mij…”
Aan de ene kant was er het beroep van Surhuisterveen met al haar verwachtingen, daar tegenover stond de eigen gemeente die aan hem trok. “Ik ging er mee naar bed en ik stond er mee op, Surhuisterveen kon ik maar niet uit mijn hoofd krijgen..” Hij vindt het maar een vreemde gewaarwording, zo ineens te verhuizen naar een heel ander deel van het land.
Niels den Hertog nam op 8 juli afscheid als predikant van de gemeente Boskoop en verhuisde in dezelfde week naar Surhuisterveen. Samen met zijn vrouw Anneke (32) en hun kinderen Rinske (5), Geerten (2) en Krijn (1) lieten ze vervolgens de boel de boel en vertrokken voor een vakantie naar Zwitserland. Amper bijgekomen van alle spanningen omtrent de gehele beroeping was er op vrijdag 24 augustus de bevestiging in Surhuisterveen. Echt uitgerust was hij dan ook niet echt aan de vooravond van zijn intrededienst. “Zo’n verandering brengt enorm veel spanningen met zich mee”, legt de dominee uit.
Na een verhuizing lijkt de grootste drukte dan wel achter de rug, de zorgen die er zijn geweest omtrent het maken van de keuze, het achterlaten van de vele vertrouwde dingen en een verhuizing laat het gezin Den Hertog allerminst koud. “Nu pas begin ik een beetje tot mezelf te komen”, vertelt de nieuwe predikant een aantal dagen voor zijn bevestiging in Surhuisterveen.
Het gezin Den Hertog heeft Boskoop achtergelaten in het volste vertrouwen op God. “Ik ben maar een predikant die weggaat, een mens… God zelf blijft ook in Boskoop, Hij laat ook daar zijn schaapjes niet aan hun lot over.” Een erkenning van dit grote vertrouwen zagen Niels en Anneke den Hertog ook op zich afkomen. “In Den Haag had Anneke kortgeleden de baan gekregen waar ze erg op gehoopt had”, vertelt hij. Die heeft ze door het beroep af moeten zeggen, maar na slechts één sollicitatie kreeg ze in Leeuwarden een baan die ze graag wilde. “Daarin zien wij de zorg van God: we hoeven ons geen zorgen te maken.”
Anneke den Hertog gaat aan de slag als sociaal therapeute in de psychologie. Haar echtgenoot heeft in Surhuisterveen inmiddels zijn intredeprediking en de eerst zondag al achter de rug. Een doel heeft hij niet met zijn nieuwe gemeente. “Ik probeer slechts trouw mijn werk als predikant te doen.” Dat betekent vooral in het begin rondgaan en luisteren. Luisteren naar de gemeente en de wezenlijke dingen die hier leven. “Ook blijf ik luisteren naar de schrift en probeer deze twee bij elkaar te brengen”, verduidelijkt hij. “Het is echter niet aan mij om te sturen. Ik ben slechts een instrument dat zich door God laat gebruiken.”
Niels den Hertog wil dan ook niets liever dan dienend in de gemeente staan, net zoals hij dat in Boskoop heeft gedaan. Ook daar had hij niet een duidelijk doel voor ogen. “De mensen zeiden wel bij mijn vertrek dat ik de gemeente opener had gemaakt, zelfbewuster”, vertelt hij. “Wat de gemeente hier nodig heeft, weet ik nog niet.” De bevolking in Surhuisterveen komt heel gastvrij en hartelijk over, zo heeft het predikantsgezin al gemerkt. “Een groot verschil in cultuur is dat de mensen hier in het Noorden veel minder gejaagd lijken te zijn. Dat is wel prettig.”
De kerkenraad van Surhuisterveen noemde als één van de zwaartepunten in het ‘takenpakket’ van de nieuwe predikant de samenspreking met de gereformeerde kerk vrijgemaakt. “Ik ben alleen maar blij dat deze beide gemeente bezig zijn zich opnieuw te bezinnen”, licht hij deze volgens hem broodnodige gesprekken toe. “Ik vind het in en in verdrietig dat de kerk zo verdeeld is.”
Die verdeeldheid ziet hij niet alleen tussen de diverse gemeenten, ook binnen de eigen gemeente bespeurt hij dat. “Groepen mensen trekken naar elkaar toe of spreken juist helemaal niet met elkaar”, legt hij uit. “Het is jammer dat de mensen zelf deze keus maken, terwijl je juist door God aan elkaar bent gegeven.”Wanneer Niels den Hertog architect zou zijn, zou hij het plafond in een kerk als één grote spiegel hebben ontworpen. “Met elkaar praten mag dan alleen via het plafond, de mensen moeten dan omhoog kijken om elkaar te kunnen zien. Zo zijn ze zich er altijd van bewust dat het de levende Heer is die zich boven hen aan elkaar verbindt; misschien zien ze elkaar dan wél staan.”
De academische titel doctorandus die Niels den Hertog voor zijn naam mag zetten, hoeft niet te beteken dat zijn preken abstract en theoretisch zullen zijn. “Je moet de verkondiging niet onnodig moeilijk maken”, is zijn mening. “Ik probeer goed naar de bijbel te luisteren en de boodschap hierin zo duidelijk mogelijk uit te leggen.”
Sensationele preken met pakkende onderwerpen die iedereen gemakkelijk kan volgen zijn echter ook niet echt aan hem besteed. Jong en oud moet wel gemotiveerd zijn om te luisteren naar het woord en ook zijn of haar best voor willen doen om dit te begrijpen, ook als het soms ingewikkeld is, aldus de predikant.
“Wie voor het eerst naar een voetbalwedstrijd kijkt en termen hoort als penalty, buiten spel en corner, die snapt er ook niets van. Maar als je aan de supporters langs de zijlijn kunt zien dat er wel iets interessants gaande is, doe je toch ook je best om de spelregels te begrijpen.” In deze metafoor schuilt een duidelijke boodschap voor de volwassen kerkgangers. Wanneer jongeren aan hun ouders merken dat de preek weinig boeit en ze eigenlijk ook maar met tegenzin naar de zondagse diensten komen, dan zal dit de jeugd niet motiveren om te begrijpen wat er op de kansel wordt gezegd.
De prediking is volgens de verse Surhuisterveense predikant het belangrijkste onderdeel van de dienst. “Hierin wordt immers verteld wat God ons te zeggen heeft. Dat dit niet altijd even gemakkelijk is, mag niet betekenen dat we snel afhaken wanneer het even moeilijk wordt; we mogen er best wat tijd in steken om het te snappen…”
“Denk maar aan de soep die je moeder maakt”, vergelijkt hij een proces dat ook tijd nodig heeft. “Echte soep moet geruime tijd trekken en is daarna vele malen lekkerder dan bijvoorbeeld een kopje cup-a-soup.”
Verdieping in de Bijbel is niet alleen voor gemeenteleden heel erg belangrijk, oordeelt Den Hertog. “Blijven studeren is voor een predikant zelfs noodzakelijk. Zo blijft hij fris.” In de toekomst wil hij ook de gemeente door middel van cursussen onderricht geven. Wat er precies nodig is binnen de gemeente, bekijkt hij nog. Hoewel er voldoende werk aan de winkel is binnen een gemeente, reserveert de Feanster dominee tijd voor rust.
Naast het bankstel in de woonkamer staat een elektrische gitaar. Hoe druk hij het soms ook heeft, het maken van muziek brengt bij Niels den Hertog de broodnodige ontspanning. “Ik neem er gewoon de tijd voor om gitaar te spelen”, legt de 33-jarige predikant uit. “Beter één middag per week ontspannen met muziek dan over een paar jaar lange tijd op non-actief door bijvoorbeeld een burn-out…”
“Heeft de band al een bassist?’, vraagt de muzikale dominee als hij hoort van het bestaan van een jeugdband. Het lijkt hem best leuk om in de toekomst nog eens mee te spelen met de band, maar wil zich hier voorlopig nog niet mee bezighouden. De betrokkenheid van de jongeren met de kerkdiensten vindt hij erg belangrijk.
“Ook voor de jongeren moet de kerk een plek te zijn waar ze zich thuis voelen, het moet voor hen een ontmoetingsplaats zijn”, aldus de dominee. “Ze horen er bij en moeten derhalve serieus worden genomen.” Een jeugddienst mag van hem dan ook niet een zoethoudertje zijn om het de jongeren naar de zin te maken. “Eigenlijk zou het elke week jeugddienst moeten zijn.” Daarbij bedoelt hij niet dat de diensten wekelijks worden ingericht zoals de jeugd het graag ziet; volwassenen moeten zich bewust worden dat ze ook jongeren in hun midden hebben, willen ze het goede voorbeeld geven. Daarentegen moet de jeugd beseffen dat de kerkdienst een onderdeel is van de totale geloofsbeleving, het is een samenspel. Ik vond het zingen van psalmen vroeger ook niet zo gemakkelijk”, herinnert hij zich. “Toch kunnen we ze niet missen in de diensten; God zelf legt ze ons op de lippen.”
(Dit interview is gepubliceerd in kerkblad De Regenboog van september 2007)