Diploma

“Wy binne net benaud foar wetter, hè ome Dick?!” Met mijn vierjarige neefje ben ik afgelopen zomer een aantal malen naar het zwembad geweest. Hij vond het best wel stoer als we samen voorbij de pier gingen, naar het gedeelte van het bassin waar hij de bodem niet meer kan voelen. Zolang ik hem vasthoud, vindt hij het allemaal wel best. Af en toe gaat hij zelfs even kopje onder, het deert hem niet. Natuurlijk klier ik weleens een beetje door hem heel even zelf te laten zwemmen. Dan blijkt wel dat hij de zwemkunst allesbehalve machtig is; hevig spartelend probeert hij houvast te vinden en zijn gezicht straalt angst uit zolang hij geen bodem voelt. Dat is meteen weer voorbij zodra ik hem weer in mijn armen neem en hij zich weer veilig voelt. “Wy binne nearne bang foar hin…”

Uiteraard houd ik de regie volledig in handen en zal dit jochie nooit laten verdrinken of in paniek laten uitbarsten. Integendeel, ik geniet er enorm van om samen te dobberen in het water en over van alles en nog wat te kletsen, stoer te zwemmen in het diepere water tussen alle andere mensen door. Als vrijwilliger in het zwembad heb ik al vele peuters en kleuters watervrij zien worden waarna ze een paar seizoenen later hun zwem diploma in ontvangst konden nemen. De meeste ouders vinden het nu eenmaal belangrijk dat hun kind de zwemkunst machtig is, want stel je voor dat ze eens iets zou overkomen waarbij het dat nodig zou hebben…

In de kerkbankjes hebben we weinig aan een zwemdiploma, maar toch schat ik in dat de meeste gemeenteleden wel een diploma op zak hebben. Wanneer de nood aan de man zou komen, kunnen we de lessen van de leerschool van weleer zonder meer in de praktijk breng en. De kerk is min of meer ook een leerschool, maar wanneer zijn we daar eigenlijk uitgeleerd? Wanneer is het moment aangebroken dat we een diploma op zak hebben en de wijde wereld in kunnen om die kennis in de praktijk te brengen? Zodra we immers de zwemkunst onder de knie hebben, kunnen we dagelijks in het zwembad onze baantjes gaan trekken, in de vakantie zwemmen in de zee en bij warm weer een heerlijk verfrissende duik nemen in het kanaal of in de vijver.

Natuurlijk is er helemaal niets mis mee om iedere zondag de ‘lessen te volgen’ en onze kennis van de Bijbel aan te scherpen, maar hoe brengen we de opgedane kennis van godsdienst en kerkdiensten in de praktijk? In het jaarthema van vorig jaar – waar in we het thema getuigende gemeente vorm probeerden te geven – is heel duidelijk verteld dat we het geleerde in de praktijk moeten brengen. In de Bijbel staat precies hetzelfde en de cursus die ik volgde in het kader van het genoemde thema ook. Toch blijven we – als een zwemmer die geen diploma heeft – angstvallig aan de kant staan. In de kerk gaat immers alles zoals we gewend zijn, worden geen moeilijke vragen gesteld en hoe ven we eigenlijk niets anders te doen dan te luisteren.

Wat we te allen tijde mogen weten is dat – ook al voelen we ons soms even losgelaten – we mogen blijven vertrouwen op onze God en nergens bang voor hoeven te zijn: niet voor water, niet voor moeilijke vragen… Blijf niet op de kant staan en weet dat er altijd een sterke arm om je heen is. Hij houdt altijd de regie in handen en zal iedereen vasthouden, niemand laten verzuipen!

(deze column is gepubliceerd in gemeenteblad De Regenboog van november 2009)