Het zal heus geen topprestatie zijn, maar we voelen als groep toch wel enige euforie nu we na een urenlange behoorlijk pittige wandeling door het gebergte in de Schotse hooglanden, de top van Carn Bingally hebben bereikt op een hoogte van bijna vierhonderd meter.
Van de veertien deelnemers aan deze retraite wandelreis waar we mee op reis zijn, hebben er dertien de top bereikt, een van ons kon het conditioneel niet meer voor elkaar krijgen en is achtergebleven. Ik vind het maar niks dat het team niet compleet is, laat de euforie even voor wat het is en ga alleen terug naar beneden.
Maar dan blijkt al snel dat het wandelen in de bergen zonder leiding niet erg verstandig is en al helemaal niet wanneer je richtingsgevoel je weleens in de steek laat. Nog geen vijf minuten na de aanvang van mijn afdaling merk ik dat de terugweg er behoorlijk anders uitziet, zit ik midden in steil rotsengebergte en weet ik de weg niet meer: ik ben verdwaald!
Geen telefoonverbinding, nog een half flesje water en een stukje brood is alles wat ik heb en nu ik me bedenk dat iedere stap die ik de verkeerde richting zet me verder zal doen verdwalen, voel ik me stiekem toch wel een beetje bevreesd. Ik begin hard te fluiten, in de hoop dat ik word gehoord. Dan wend ik mij tot God, ik ga in gebed.
Mijn visie verandert, ik stop met afdalen en ga terug naar de top waar de kans op overzicht en het vinden van de groep volgens mij het grootst is, maar welke top moet ik kiezen? Ik zie er nu ineens twee. Ik kijk even naar boven, kies de rechter top en nog geen vijf minuten later zie ik reisleider Jaap. Ik ben gered!
De hele groep is ongerust op zoek gegaan, zo blijkt. De twee mannen zijn als een speer afgedaald naar beneden, de overgebleven dames zijn op zoek gegaan en de leider brengt alles uiteindelijk weer bijeen. Ik voel me even het verloren schaap wanneer ik merk hoe blij iedereen is dat ik terecht ben. Ik voel de liefde van de complete kudde, ik voel de liefde van de Leider.