Ook vandaag is een combinatie van werk en ontspanning met enig aanpassen prima te combineren: Nynke begint om negen uur in Joure en zet mij van tevoren af in Stavoren waar ik mijn zesde etappe van het elfstedenpad begin. Er is een warme dag met tropische temperaturen voorspeld en wellicht is wandelen dan niet heel verstandig, maar op de in totaal bijna achttien kilometer lange route die vandaag grotendeels langs de dijk gaat, verwacht ik hier weinig last van te hebben.
Deze voorspelling begint in ieder geval goed wanneer ik even na acht uur in Stavoren van start ga. Het havenleven komt juist een beetje op gang, het is er nog heerlijk rustig en er staat een licht koel briesje. Na ruim een kwartiertje wandelen beginnen de aderen in mijn lichaam ook langzaam op temperatuur t ekomen en verruil ik mijn t-shirt voor een hemd.
De officiële route loopt geloof ik op het pad onderaan de dijk, ik kies ervoor om bovenop de dijk te wandelen. Niet alleen om dan ook het ruime uitzicht over het IJsselmeer te hebben, maar nu vooral ook omdat ik dan de wind meer voel. Dat ik hier wel door de schapenkeutels loop en er af en toe zelfs wel eens bijna door uitglijd, neem ik dan ook voor lief.
Na zo’n drie kwartier wandelen vind ik het tijd voor een bakje koffie en installeer me halverwege een van de golfbrekers. Bij het overhevelen van de oploskoffie van de tas naar mijn bekertje gaat er echter iets mis en verdwijnt de poeder door een onhandigheidje tussen de basaltblokken. Weg bakje waar ik me zo op had verheugd, maar ik laat me niet uit het veld slaan en troost me met kopje bouillon.
Bijna anderhalf uur later wandel ik Hindeloopen – de vijfde stad op mijn route – binnen. Hier verwacht ik een bruisende havenstad waar ik te kust en te keur een plekje kan kiezen om alsnog een bakje koffie te drinken, maar ook dit stadje is blijkbaar nog maar net in de fase van ontwaken, want het lijkt meer op een uitgestorven dorpje. De koffie smaakt er echter niet minder om.
“No moatte wy it der mar ris efkes oer hawwe tink”, zo hoor ik een man tegen een aantal andere heren zeggen wanneer ik het Sluishuis voorbij wandel. Ik wacht niet op het antwoord want ik vermoed dat het weinig toevoegt aan mijn wandelen. Meteen buiten de stad hoor ik heel in de verte trompetgeluid klinken.
Ergens midden in de weilanden zit een man te spelen, maar wanneer ik zo dichtbij hem ben om te vragen naar deze verrassende attractie, stopt hij er mee, pakt z’n spullen in en loopt samen met zijn hond de andere kant op. Ik richt mijn blik op de vuurtoren van Workum It Tointsje en wandel stevig voort, want ik merk wel dat de temperatuur langzaam aan oploopt.
Allerlei jachten zie ik de haven uitvaren, wandelen op de dijk zie ik echter ook wat er aan de andere kant gebeurt: er ligt een lammetje in de sloot! Zo voorzichtig mogelijk benader ik het diertje om redding te bieden, maar zoals verwacht raakt het dier nog meer in paniek en met het water letterlijk tot aan de tanden zwemt het naar de overkant. Gelukkig zwemt het eenjarige lam ook weer terug en dan ben ik snel genoeg om het te pakken en op de wal te zetten.
Dan is het nog slecht een paar kilometer wandelen naar het eindpunt van de etappe van vandaag, maar nu ik het IJsselmeer niet meer aan bakboordzijde heb, vraagt de oplopende temperatuur toch steeds meer energie. De trein van één uur naar Stavoren haal ik sowieso niet meer, daarom doe ik het rustig aan en nuttig ik mijn lunch in Workum, mijn zesde stadje…
Om kwart over twee ben ik op mijn eindbestemming voor deze dag en ga vast op zoek naar een strandje. Nynke komt in de loop van de middag en na het drinken van een bakje koffie op terrasje in de stad, genieten we de rest van de middag van de zon en het verkoelende water van het IJsselmeer. Na wat te hebben gegeten bij De vrouwe van Stavoren is het juist tijd voor de zonsondergang. Om half elf zijn we thuis.