Schriftlezing als zilverwerk

’s Zondags gaat zij naar de kerk, met een boek vol zilverwerk… We kennen allemaal wel het volksliedje over het meisje Kortjakje. De exacte betekenis van het liedje doet hier niet ter zake, maar het versje kwam bij me op toen ik op Groot Nieuws Radio (GNR) de discussie aanhoorde over de Bijbel in de kerk. Wie gaat er ’s zondags nog met de Bijbel onder de arm richting de kerk? We kiezen er immers tegenwoordig veelal voor om mee te lezen met de beamer.

Ik vond het wel een interessante discussie en heb deze daarom ook even aandachtig gevolgd. Heel eerlijk moet ik namelijk bekennen dat ik af en toe wel meelees met de tekst die op de muur wordt geprojecteerd, maar eigenlijk gedachteloos de woorden volg die de lector voorleest en slechts even alert ben wanneer de beameraar even een paar tellen te laat is.

Een afgevaardigde van het Nederlands Bijbelgenootschap was in de GNR-studio aanwezig en vertelde dat er best nog wel een gevaar schuilde in het feit dat we de tekst van het scherm lezen en niet meer echt uit de Bijbel. Onder meer de voetteksten en andere uitleg missen we nu volledig. Natuurlijk is dit aan de predikant om hier in de verkondiging aandacht aan te besteden, maar toch…

Ook werd in de uitzending uitgelegd dat we bij het luisteren naar de bijbeltekst de inhoud heel anders kunnen ervaren. Zo werd als tip aangereikt om eens met de ogen dicht te gaan zitten luisteren naar de tekst wanneer die wordt voorgelezen. De discipelen zullen vast vroeger ook niet allemaal een eigen bijbeltje hebben gehad tijdens hun bijbelstudie, zo wordt gesteld. Ze hebben vast ook hun eigen beleving hierbij gehad.

Nu al weet ik dat ik de uitdaging aanga om de schriftlezing een keertje aandachtig aan te horen in plaats van mee te lezen. Ik ga het zilverwerk eens aan de binnenkant van mijn ogen bekijken. Mocht dit mij goed bevallen dan trakteer ik de rest van de gemeente wellicht ook op deze nieuwe dimensie door tijdens een van mijn toekomstige beamerdiensten de schriftlezing simpelweg niet te projecteren.

(Deze column is gepubliceerd in Kruispunt van november 2022)