81. Kromme tenen

081-KrommeTenen478Het is alweer een poosje verleden tijd dat de vrijgemaakte – en christelijke gereformeerde christenen van Surhuisterveen slechts in de zomerperiode samen kerkten. Het ging toen om elkaar in het kader van de samenspreking beter te leren kennen en een bijkomend voordeel was dat de lege plekken in beide kerken gedurende de vakantie enigszins op werden gevuld. Inmiddels kerken we alweer een poosje definitief samen in één gebouw en zijn we zelfs zover om dit onderkomen  gezamenlijk te verbouwen en daarna een nieuwe naam te geven; een naam die we samen hebben bedacht: De Regenboog.

Gedurende die verbouwing moeten we een poosje uitwijken naar een ander kerkgebouw en de commissie van beheer heeft  haar keus laten vallen op de Flambou en de Doarpstsjerke, de kerkgebouwen van de protestantse gemeente in Surhuisterveen. Met name het eerstgenoemde gebouw is mij bepaald niet onbekend: ik ben er gedoopt, heb mijn jeugd er doorgebracht en heb er belijdenis van mijn geloof afgelegd. Daar ik nog steeds met enige regelmaat een bezoek breng aan de Flambou, ben ik hier eigenlijk al redelijk thuis en voor veel gemeenteleden zal het bezoeken van de Doarpstsjerke ook niet geheel zonder herinneringen zijn…

Mijn tenen kromden behoorlijk toen ik op de laatste gemeente avond hoorde dat de diensten rond bidstond en Goede Vrijdag een knelpunt vormden. “Kunnen we die beide diensten in het kader van de interkerkelijke evangelisatie niet samen houden”, zo werd op deze avond gevraagd. Een antwoord werd niet gegeven, maar wel dat er een oplossing voorhanden was: desnoods zou bidstond een dag eerder of later kunnen worden gehouden…

Mijn interkerkelijke visie zonder enige kerkmuur steek ik vaak niet onder stoelen of (kerk)banken en ik had er dan als praktisch denkend mens ook geen enkel probleem mee gehad wanneer wij gedurende de gehele verbouwing samen zouden kerken met onze christenbroeders en -zusters in de Flambou. Ook de predikanten Johan van der Sleen en Wabe Jan van Dijk preken namelijk niet slechts voor eigen parochie en verkondigen beslist geen onzin vanaf de kansel, zo heb ik meer dan eens met eigen oren kunnen horen.

Met het studieverlof van onze eigen predikant in het vooruitzicht zou dit immers de perfecte oplossing zijn: hoeven onze preekvoorzieners zich ook niet uit te sloven in deze periode maar kunnen ze zich volledig inzetten bij de bouw. Bovendien is het niet verkeerd om onze plaatselijke broeders en zusters beter te leren kennen en evenals in de tijd van ons eigen samenspreking zijn er ook in de Flambou iedere zondag voldoende lege plekken die wel opgevuld kunnen worden…

Ook is in de Flambou een pijporgel waarmee de wens van onze orgelcommissie volgens mij meer dan in vervulling gaat en zingen uit volle borst prima gaat. Het meest sterke argument  van samen kerken lees ik echter in de editie van De Wekker waarin onze gemeente in de schijnwerpers staat en één van onze broeders vertelt over de bijbelse opdracht die we hebben om samen één te zijn. Wanneer we allemaal ons gezond verstand gebruiken en onze harten openen voor elkaar, dan willen we wellicht over een half jaar niet anders meer. Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan?

(Deze column is gepubliceerd in kerkblad De Regenboog van december 2011)

Geef een reactie