Blessure (130)

Alleen al genieten van het coulissenlandschap rondom Opende is voldoende om mee te doen aan de Olde Wierdenloop. Al vele weken van tevoren heb ik me dan ook voorgenomen om – na twee jaar van afwezigheid door diverse blessures – weer mee te doen aan de tien kilometer afstand. Een trainininkje eerder deze week heeft me ervan overtuigd dat ik er klaar voor ben.
We treffen schitterend zomerweer en om kwart voor elf vertrekken we vol goede moed de prachtige natuur in. Het gaat perfect totdat ik al in de derde kilometer iets van kramp in mijn rechterkuit voel. Ik doe het iets rustiger aan en vraag me af of kramp hiermee overgaat. Dat blijkt echter niet het geval en in de vijfde kilometer gaat het mis.
Een enorme scheut pijn dwingt me min of meer om te stoppen. Ik ontspan iets en masseer de pijn in de hoop dat het over gaat. Stoppen is echt mijn laatste optie en voorzichtig begin ik weer te lopen. De pijn blijft echter continue aanwezig, mijn doorzettingsvermogen echter ook. Zonder dat ik ook nog maar iets mee krijg van afstand of omgeving, loop ik op wilskracht door.
Ik probeer mijn rechterbeen iets te ontlasten en loop dus allerminst charmant en behoorlijk uit balans; het zal wel nergens op lijken en ook mijn tempo is behoorlijk lager dan normaal. “Moast net forsearre hjer”, zo waarschuwt een mede-deelnemer. “Aanst giet de kramp d’r net wer út.” Voor mij een tweede teken om te stoppen, maar eigenwijs dat ik ben, doe ik dat niet.
Kom op zeg, ik zit inmiddels al in de zevende kilometer en dat is mijn eer te na. Doorlopen, zo luidt mijn enigste missie en verder krijg ik ook werkelijk weinig mee. Met het verstand op nul en het pijnlijke been nog steeds zo veel mogelijk ontlastend, loop ik door. Bijna verkrampd van de pijn sleep ik mezelf over de finish en verbaas me nog over de tijd die ik neerzet.
Met een gezicht verzuurd van pijn fiets ik naar huis en bel meteen een masseur om langs te komen. ‘It giet my oer de lea’ en na een grondige massage ga ik dan ook even naar bed. De pijn blijft echter ook na een kort slaapje aanwezig en ik voel me allerbelabberdst. De Olde Wierdenloop heb ik echter uitgelopen en ondanks mijn beroerde gevoel, ben ik toch wel enigszins trots op mezelf.

Hoewel ik deze keer niet echt heb genoten van zowel het lopen als de omgeving en het samen kletsen over de ervaringen met mede lopers, heb ik het toch maar weer gefikst. Ik beloon mezelf met de voor mij meest efficiënte pijnstiller: een Grafenwalder Strong-biertje. De masseur heeft immers gezegd dat ik veel moet drinken… Proost!

Geef een reactie